Wat is een rechtsstaat?
Een essentieel onderdeel van een rechtsstaat is het legaliteitsbeginsel: geen straf zonder wet. Die straf moet bovendien uitgesproken worden door een onafhankelijke rechter die verplicht kijkt naar de omstandigheden van beide partijen en die op voet van gelijkheid moet behandelen. Bovendien moet de rechter zijn vonnis of arrest motiveren en uitleggen hoe hij tot een bepaalde beslissing is gekomen, bijvoorbeeld aan de hand van bepaalde wetsartikels.
Pas na dat eerlijk proces kan een verdachte (on)schuldig worden verklaard.
Bij voorlopige hechtenis is er nog geen uitspraak over de schuld of onschuld gedaan. Het is een uitzonderlijke situatie die aan strikte voorwaarden moet voldoen en die niet mag worden gebruikt als voorafname op een straf die nog moet worden uitgesproken.
Die beginselen zijn zowel in nationale als in regionale en internationale regelgeving en rechtspraak uitgebreid erkend. Zij zijn voor iedereen gelijk van toepassing. Het is nochtans die gelijke toepassing die niet altijd als evident of zelfs als ‘rechtvaardig’ wordt beschouwd in de ogen van de burger!
Hoewel leven in een democratische rechtsstaat te benijden valt, ervaren we het toch vooral als een vanzelfsprekendheid. Meer zelfs, we stellen ons steeds meer vragen bij de waarborgen die we door het recht krijgen. Onderzoek liegt er niet om: slechts 28% van Belgische jongeren tussen 14 en 24 jaar vindt de ‘rule of law’ ofwel een rechtsstaat nog een belangrijke waarde.
De rol van een advocaat
Fundamenteel om die vragen te beantwoorden en de rol van de advocatuur te begrijpen, is het besef dat democratie en rechtsstaat geen synoniemen van elkaar zijn.
In een democratie heeft de burger invloed op wie er bestuurt en hoe er bestuurd wordt. Het is gebouwd op vertrouwen in wie we zelf hebben verkozen. Een rechtsstaat daarentegen is een staat waarvan de macht gereguleerd en beperkt wordt door het recht. Ze is gebaseerd op het principe van het georganiseerd wantrouwen tegenover de overheid. Dat wantrouwen is eveneens nodig omdat macht corrumpeert en overheidswillekeur moet worden voorkomen. Daarom zijn er regels waaraan die machten gebonden zijn, waaraan (onderzoeks)rechters zich moeten houden, regels die voor iedereen gelijk gelden en die dus de rechtszekerheid moeten garanderen. Als we die waarborgen zouden laten vallen voor specifieke gevallen zoals een kinderverkrachter, is het hek van de dam.
Advocaten hebben niet enkel de taak maar ook de plicht om ervoor te zorgen dat de waarborgen die het recht aanbiedt, gerespecteerd worden, ongeacht wie zij verdedigen een fraudeur of een moordenaar. Ze treden vanuit hun eigen onafhankelijkheid en onpartijdigheid op als tegenspreker van de macht en staan op die manier ook mee garant voor een onpartijdige en onafhankelijke magistratuur. Hoewel een advocaat enkel de persoonlijke belangen van zijn cliënt moet verdedigen, verdedigt hij zo eveneens een ruimer maatschappelijk belang.
Een advocaat is dus onafhankelijk ten opzichte van politici, overheden en magistraten. Die onafhankelijkheid wordt gegarandeerd door een aantal rechten waarover de advocaat beschikt in de uitoefening van zijn beroep. Hij behartigt de belangen van zijn cliënt en moet dus partijdig zijn. Daarnaast is de advocaat ook onafhankelijk ten opzichte van zijn eigen cliënt. Dat is dan weer een waarborg voor de overheid. Als een advocaat zijn plicht tot onafhankelijkheid in gevaar brengt, is hij daarop immers tuchtrechtelijk aanspreekbaar. De advocaat is dus evenzeer beperkt door bepaalde deontologische en tuchtrechtelijke regels. Meer zelfs, er zijn weinig beroepen waarbij de beroepsbeoefenaars voortdurend en van zo nabij worden opgevolgd en beoordeeld.
De taak van de advocaat moet dus begrepen worden binnen het kader van de rechtsstaat. Hoewel de verdediging die de advocaat voert niet altijd lijkt te stroken met het rechtvaardigheidsgevoel van de burger, streeft de advocaat wel degelijk enkel maar rechtvaardigheid en een correcte toepassing van de wet voor zijn cliënt na. De advocaat is immers de belangrijkste actor om de gelijke toegang tot het recht en het recht op een eerlijk proces te garanderen. Hij dwingt justitie bovendien tot zorgvuldig omgaan met fouten, zodat onze grondrechten niet worden geschonden en zodat procedurefouten die een mogelijke impact kunnen hebben op de uitkomst worden beperkt.