Wanneer wordt gerechtelijke hulp opgestart?
Als de situatie zodanig moeilijk wordt dat hulp voor de jongere of ouders noodzakelijk is, spreken we van een VOS of een verontrustende opvoedingssituatie. In Brussel spreekt men over een POS of problematische opvoedingssituatie.
Een VOS is een situatie waarbij jeugdhulpverlening maatschappelijk noodzakelijk is omdat een hulpverlener van oordeel is dat:
- De ontwikkelings- of ontplooiingskansen van de minderjarige in het gedrang komen;
- Zijn of haar integriteit of die van een of meer van de leden van zijn gezin niet meer gevrijwaard kan worden.
Denk bijvoorbeeld aan mishandeling, misbruik of verwaarlozing.
Gemandateerde voorziening (GV)
In de eerste plaats zoekt een jeugdhulpverlener altijd naar een oplossing binnen de
vrijwillige hulpverlening. Maar als de situatie echt verontrustend wordt (VOS) en de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarige in het gedrang komt, kan een hulpverlener het gezin aanmelden bij een ‘gemandateerde voorziening’. Ook de minderjarige zelf, zijn ouders en zijn vertrouwenspersoon kunnen dat.
In Vlaanderen zijn er twee gemandateerde voorzieningen:
Zij onderzoeken of het nodig is om
gerechtelijke of gedwongen hulpverlening op te starten uit
maatschappelijke noodzaak. Dat betekent dat de samenleving het nodig vindt om tussenbeide te komen omdat de vrijwillige hulpverlening niet goed loopt of er geen medewerking is.
Is dat het geval, dan komt het dossier terecht bij het Openbaar Ministerie dat met jeugdzaken belast is. Daar wordt verder onderzocht of een gedwongen maatregel nodig is.
Gerechtelijk hulpverlening via de jeugdrechter wordt ingeroepen: