Ga verder naar de inhoud
Ruzie
9/03/22

Advocaat.be kritisch over buitengerechtelijke echtscheiding

Er werd een wetsvoorstel ingediend dat het mogelijk zou maken voor echtgenoten om te scheiden door een verklaring af te leggen voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Echtgenoten zouden dus niet langer naar de familierechtbank moeten stappen voor een echtscheiding. Vereist is wel dat ze op verschillende adressen gedomicilieerd zijn gedurende een bepaalde tijd. De wetgever wil op die manier de familierechtbanken ontlasten.

Advocaat.be heeft dit wetsvoorstel onder de loep genomen en een aantal opmerkingen geformuleerd:

  • Moeten echtgenoten met kinderen ook op die manier hun huwelijk kunnen beëindigen of is dan toch de tussenkomst van de rechter wenselijk? De ambtenaar van de burgerlijke stand is immers geen rechter en kan niet controleren welke regeling de echtgenoten hebben getroffen over hun kinderen.
  • Moeten echtgenoten over alle of een deel van de gevolgen van de echtscheiding een voorafgaande regeling treffen? Denk bijvoorbeeld aan de regeling voor de kinderen en het onderhoudsgeld. Daarin kunnen advocaten een zeer belangrijke rol spelen door goede afspraken op te stellen. Zo kan vermeden worden dat nadien de ex-echtgenoten toch nog naar de rechter moeten.
  • Wat zijn de gevolgen van die buitengerechtelijke echtscheiding voor de echtgenoten en voor derden? Die vraag is onder andere van belang voor de samenstelling van de vermogens van de echtgenoten.
  • Volgens het wetsvoorstel moet de ambtenaar van de burgerlijke stand de echtgenoten infomeren over hun echtscheiding, de gevolgen ervan, en de mogelijkheid om te bemiddelen. Die taak komt echter toe aan advocaten. Advocaten moeten op basis van de wet en hun deontologie immers cliënten bijstaan, adviseren en informeren over bemiddelingsmogelijkheden. Zij moeten bovendien zich voortdurend bijscholen.


Op basis van die opmerkingen roept Advocaat.be de wetgever op om het wetsvoorstel in een ruimere context te plaatsen en na te denken over de werking van de familierechtbanken enerzijds en het echtscheidingsrecht en (de beëindiging van) de wettelijke en feitelijke samenwoning anderzijds.