Ga verder naar de inhoud
Voorzitter Peter Callens
4/03/21
Peter Callens

"Ik pleit voor bijsturing in de prioriteiten en de realisering van twee quick wins"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Een bevriende confrater, 55 jaar oud en zonder onderliggende medische problemen, meldde mij dat hij niet één, maar zelfs twee e-tickets ontving om zijn eerste vaccinatie toegediend te krijgen. Eén voor 24 februari om 18u20 en de andere voor 24 mei om 18u19. Hij is inmiddels gevaccineerd. Hem valt het niet zwaar, in tegenstelling tot sommige anderen, om het advies van de voorzitster van de GEMS op te volgen: gij zult niet zeuren.

U weet wel, de GEMS, dat is de “Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19”, die op 15 december 2020 de schielijk overleden GEES opvolgde. Die afkorting stond voor “Groep van Experts belast met de Exitstrategie”. Omdat er echter in geen velden noch wegen een exit te bespeuren viel, laat staan dat er daarvoor een strategie nodig was, drong een naamswijziging zich op.

Zeurderig gedrag verraadt een melancholische ziel, die aanzet tot pessimisme en finaal verzandt in verlamming van het actievermogen. Niets voor advocaten dus. Wij brengen de als potentieel onveilig bestempelde witte mondmaskers, die uitgerekend het departement Defensie aankocht en u liet bezorgen via uw apotheker, licht gemutst en zonder gezeur naar de afdeling ‘klein gevaarlijk afval’ van het containerpark, en beperken ons verder tot de analyse van de feiten en het recht.

Over de – nog steeds in beperkte kring circulerende – voorontwerpen van coronawetten kan ik kort zijn.

Het voorontwerp van de minister van Binnenlandse Zaken, “betreffende de maatregelen van bestuurlijke politie tijdens een epidemische noodsituatie” ontkomt niet, zo blijkt uit de pers, aan heftige tegenwind vanuit grondwettelijke hoek.

Het tweede voorontwerp “houdende maatregelen ter beheersing van een gezondheidscrisis in het domein van de volksgezondheid”, komt van de minister van Volksgezondheid. Het voorziet in de oprichting van een centrale databank van alle doktersvoorschriften, maar de Gegevensbeschermingsautoriteit sabelde die digitalisering met enkele pennentrekken neer in een advies van 25 februari 2021.

De coronavoorontwerpen zullen allicht dus nog een facelift krijgen. Wij nemen ze onder de loep wanneer de tijd ervoor rijp is.

Bij een andere stap in de overheidsdigitalisering, namelijk die van Justitie, wil ik wel even stilstaan. Het is nog zo één van die hedendaagse werken van Hercules, die de minister van Justitie zonder melancholie, maar integendeel met trompetgeschal op zich genomen heeft.

De uitdaging is groot genoeg. Van de 23.000 medewerkers van Justitie zijn er 8.000 die een computer gebruiken die meer dan acht jaar oud is. 10.000 computers zijn aan vervanging toe. Justitie werkt nog met Office 2013, een operating system dat Microsoft vanaf 2022 niet meer ondersteunt. Driekwart van de dossierbeheersystemen is meer dan 15 jaar oud. Onderhoudsbedrijven vinden geen informatici meer die ermee kunnen werken.

Politiek is de kunst van het haalbare. Dus zullen de vrijgemaakte budgetten in de eerste plaats gaan naar de vervanging van aftandse apparatuur en programmatuur, en dit nog in 2021. Een hele job, maar wie van zover komt, boekt snel tastbare resultaten. Wij duimen voor succes.

Daarmee belanden wij bij de tragere delen van het trompetconcerto. Lento poco allegro: die grote vervangoperatie krijgt immers voorrang op andere projecten.

In een artikel in De Standaard van 4 februari liet de minister optekenen: “Advocaten, magistraten en betrokken partijen moeten zo ook vanop afstand toegang krijgen tot de [straf]dossiers. ‘Nu kunnen advocaten dit alleen doen op de computers van de griffie van de rechtbank. Het leidt tot kafkaiaanse situaties waarbij ze met hun gsm foto’s nemen van het computerscherm.’” Inderdaad. Op die toegang vanaf de eigen computer dringen wij al geruime tijd en met klem aan. Helaas echter, prioriteiten zijn prioriteiten, de middelen zijn schaars. En dus horen wij dat die toegang, die anno 2021 niet alleen allang gerealiseerd had moeten zijn, en essentieel is om de wapengelijkheid met het openbaar ministerie te waarborgen, pas ten vroegste tegen eind 2021 in het vooruitzicht gesteld wordt. In de eerste lockdown hebben de advocaten van balie Charleroi – jawel – nochtans toegang gekregen tot die strafdossiers vanop de eigen werkplek, maar wegens een niet nader toegelicht veiligheidsprobleem is dat experiment beëindigd.

Een ander project dat ons ter harte gaat, is de digitalisering van de collectieve schuldenregeling en daarin vooral het centraal register. De wet heeft al in 2016 het beheer daarvan toegewezen aan de OVB en de OBFG, terwijl Justitie de oprichtings- en beheerskosten zou financieren. Naar betreurenswaardige gewoonte is dat laatste niet gebeurd. Nu de coronacrisis doet vrezen dat er meer mensen in armoede terechtkomen is er haast geboden. Volgens alle redelijke schattingen is die digitalisering daarbij een win-win. De balie staat klaar om de uitdaging aan te gaan, en de overheid bespaart jaarlijks 3 tot 4 miljoen euro die aan andere dingen besteed kunnen worden.

Natuurlijk reikt de digitalisering van Justitie veel verder dan die twee zaken. De digitale rol, de beschikbaarheid van alle vonnissen en arresten in gepseudonimiseerde vorm, de J-box, het elektronisch pv, ga zo maar door. Iedereen begrijpt dat dit een meerjarenplan is, hoe urgent het allemaal ook is.

Op gevaar af verzeild te raken in gezeur, tegen het advies van de scherpste artsen in, pleit ik voor bijsturing in de prioriteiten en de realisering van de twee geciteerde quick wins. De balie is bereid haar deel van het werk te verrichten.

Met genegen groeten,

Peter Callens

Deel dit artikel