Ga verder naar de inhoud
Voorzitter Peter Callens
30/10/20
Peter Callens

"Justice For All blijft steken in een ouderwetse mannenvertoning"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Om de twee weken op vrijdag schrijft onze voorzitter de actualiteit van zich af. Gisterenavond keek hij naar de eerste aflevering van het nieuwe tv-programma Justice For All op de zender VIER. Daarin worden zeven strafpleiters gevolgd achter de schermen van een rechtszaak. Wat denkt u: een hoogvlieger, of toch eerder een dode mus?

Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is. En het zijn niet allemaal nachtegalen. Sommige gevederde vrienden zijn eerder grofgebekt. Hun gezang klinkt meer als het krassen van de kraai. Andere gesnavelden zijn stil, die rare vogels houden hun bek. Het zijn witte raven voor wie zwijgen goud is.

De balie is een bevolkingsgroep van diverse pluimage. Pronkerige pauwen, scharrelende mussen – meer mussen dan vinken, volgens bepaalde bronnen – rondcirkelende gieren, luidruchtige eksters, kraaiende hanen. Aan associatiemogelijkheden is er geen tekort, u kunt uw ornithologische verbeelding een vrije vlucht laten nemen.

Gisteren werd televisiekijkend Vlaanderen vergast op een nieuw humaninterestprogramma met de wervende titel ‘Justice for All’. Een korte zoektocht leert dat de makers voor deze naam inspiratie konden vinden in de gelijknamige film van Norman Jewison uit 1979 met Al Pacino in de rol van een advocaat. De op internet te vinden samenvatting van de plot vangt aan, om in vogelbeeldspraak te blijven, met de gevleugelde zin: “In een rechtspraaksysteem waar misdadigers vrijuit gaan, 'regelen' advocaten en rechters bepaalde zaken alsof ze de gewoonste zaken van de wereld zijn.”

De Vlaamse tv-reeks heeft echter geen Al Pacino nodig. Hier gaat men voor het echte ding: de hoofdrolspelers zijn advocaten van vlees en bloed. Niet dat ze niet zouden kunnen acteren, dat beweert niemand. Maar zij oefenen het beroep van advocaat uit, en laat dát nu net de serie zo levensecht maken.

De nostalgici in ons beroep, ik bedoel de in merendeel grijzende advocaten die met weemoed terugdenken aan de tijd toen zijzelf en hun confraters zich kenmerkten door reserve en discretie, zijn veel te gevoelige zielen om deze documentaireserie aan te kunnen. Voor hen geldt een negatief kijkadvies, wegens mogelijk choquerend woordgebruik of dito beelden tussen de wat uitgesponnen scènes door.

Voor het geval nieuwsgierigheid de traditiegetrouwe confraters toch te machtig zou worden: u kunt bij het kijken uw Codex Deontologie opengeklapt houden op de nieuwe tekst van Afdeling III.5.2, waar al meteen te lezen valt dat de advocaat ‘in alle omstandigheden, ook in openbare vergaderingen en in de media, publiek [mag] gebruikmaken van zijn titel en van zijn recht op vrijheid van meningsuiting’. Die tekst zegt niet uitdrukkelijk dat die vrijheid ook niet-verbale communicatie behelst, maar iets in mij zegt dat je die stelling kunt verdedigen.

Smaken verschillen. Soms in ruime mate, trouwens. Een kennis belde mij op om zijn blijdschap te uiten over het feit dat de producent enkel getapt had uit het vaatje der topadvocaten. Stel je voor, inderdaad, dat hij ook onder de steeds zeldzamere soort der mindere goden van de balie gerekruteerd had, wat hadden wij dan geserveerd gekregen? Of, godbetert, onder de quasi vijftig procent vrouwen die de balie rijk is, wat bleef er dan nog over van de documentaire? Justice for all?

Geheel persoonlijk juich ik dit programma toe. Niet omdat ik mij lid maak van de fanclub van de protagonisten, maar omdat het onze blik verruimt. Dat de wet van ons ondernemers gemaakt heeft, en dat de mores mee geëvolueerd zijn, heeft niet geholpen om het maatschappelijke prestige van weleer in stand te houden. De tijden zijn veranderd, ten goede of ten kwade, ik dring u geen oordeel op. Dit programma drukt ons, voor wat het imago van het beroep betreft, wel met de neus op de feiten: vroeger is niet meer, maar tegelijk blijft het programma steken in een ouderwetse mannenvertoning. De beroepsgroep probeert zichzelf opnieuw uit te vinden. Het werk is niet af, vermoedelijk begint het pas.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter OVB

Deel dit artikel