Suggesties OVB tegen beslag beschermde goederen grotendeels overgenomen
Vandaag lichtte de OVB haar standpunt toe over het wetsvoorstel van 17 september 2019 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de niet voor beslag vatbare goederen. Bestuurder Jan Meerts deed dat tijdens een hoorzitting.
De OVB keurt het wetsvoorstel goed en is verheugd om vast te stellen dat de aanbevelingen die zij enkele jaren geleden deed bij een gelijkaardig wetsvoorstel grotendeels werden overgenomen.
Suggesties OVB
Het wetsvoorstel wil een aanpassing van de lijst van tegen beslag beschermde goederen, de verlenging van de termijn om verzet te doen met betrekking tot de onbeslagbare goederen (middels aanpassing van artikel 1408 Ger.W.) en de verlenging van de termijn tussen de beslaglegging en de openbare verkoop (middels aanpassing van artikel 1520 Ger.W.). Het voorstel neemt in gewijzigde vorm de tekst over van het wetsvoorstel van 8 juni 2017 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot de niet voor beslag vatbare goederen.
De OVB nam indertijd ook deel aan de hoorzitting van 4 juli 2018 over dat wetsvoorstel. Ze stelt vast dat haar suggesties ter harte werden genomen en grotendeels werden verwerkt in het huidige wetsvoorstel.
Menswaardig bestaan
De OVB is positief over de aanpassing van artikel 1408 Ger.W.. Ze meent dat de lijst van de niet voor beslag vatbare goederen inderdaad evolutief moet zijn. De onbeslagbaarheid mag niet beperkt blijven tot het werkelijke levensnoodzakelijke minimum. De bescherming van de goederen moet voor de beslagene en zijn gezin een menswaardig bestaan mogelijk maken.
De OVB benadrukt het evenwicht tussen de noodzaak voor de schuldeisers om betaling van hun schulden te verkrijgen en de wens om de beslagene nog een zeker menswaardig bestaan te garanderen. Maar als de lijst van tegen beslag beschermde goederen niet zou worden geactualiseerd, bestaat het risico dat de beslagene sneller tot een maatregel van insolventie (collectieve schuldenregeling of faillissement) zou aangezet kunnen worden, wat evenmin het belang van de schuldeisers dient.
Verlenging termijnen
Volgens het wetsvoorstel wordt de termijn verlengd om verzet te doen over onbeslagbare goederen van vijf naar vijftien dagen. Zo krijgt de beslagene meer tijd om zich daarover informeren. Dat kan volgens de OVB nuttig zijn. Ze verzet zich dan ook niet tegen de verlenging van die termijn, middels een aanpassing van artikel 1408 Ger.W.
Ook verzet de OVB zich niet tegen een verlenging van de termijn tussen de beslaglegging en de openbare verkoop, middels een aanpassing van artikel 1520 Ger.W.