Ga verder naar de inhoud

Wat is een rechtstaat?

Een rechtstaat is een staat waarin de burgers beschermd zijn tegen de macht van de staat. Dat wil zeggen dat wie aan de macht is niet zomaar straffen mag uitdelen zoals ze willen maar dat alles op voorhand is vastgelegd in wetten. Of die wetten ook gevolgd worden, wordt beoordeeld door onafhankelijke rechters. De rechtstaat zorgt zo dat er rechtszekerheid en rechtsgelijkheid blijft bestaan. Dat wil zeggen dat je dus als inwoner zeker bent dat de wetten altijd op dezelfde manier voor iedereen wordt toegepast. In een rechtstaat gelden wetten dus ook niet alleen voor het volk, maar ook voor haar regeerders. Als deze regeerders hun macht misbruiken kunnen zij door het recht ter verantwoording worden geroepen.

Een essentieel onderdeel van een rechtstaat is dus het legaliteitsbeginsel: geen straf zonder wet. Die straf moet bovendien uitgesproken worden door een onafhankelijke rechter. Die kijkt verplicht naar de omstandigheden van beide partijen en die op voet van gelijkheid moet behandelen. Daarnaast moet de rechter diens vonnis of arrest motiveren en uitleggen hoe die tot een bepaalde beslissing is gekomen, bijvoorbeeld aan de hand van bepaalde wetsartikels. Pas na dat eerlijk proces kan een verdachte (on)schuldig worden verklaard.

De rol van een advocaat

Belangrijk om te weten is dat de rechtstaat en de democratie niet per se hetzelfde betekenen.

In een democratie kiest de burger op een of andere manier mee wie er de macht heeft en hoe er bestuurd wordt. De burger heeft dus vertrouwen in wie die zelf hebben verkozen.

Een rechtstaat betekent, zoals hierboven beschreven, dat de macht in een staat bepaald, geregeld en beperkt is door wetten. Ze is gebaseerd op het uitgangspunt van het georganiseerd wantrouwen tegenover de overheid, namelijk dat we de overheid regels via wetten moeten opleggen zodat we ze kunnen vertrouwen en dat rechters die mogen controleren. Dat wantrouwen is ook nodig omdat macht kan misbruikt worden en overheidswillekeur moet worden voorkomen. Daarom zijn er regels waaraan die machten gebonden zijn, waaraan (onderzoeks)rechters zich moeten houden, regels die voor iedereen gelijk gelden en die dus de (rechts-)zekerheid moeten garanderen. Als we deze bescherming zouden laten vallen voor specifieke gevallen zoals bijvoorbeeld veel harder te oordelen bij een kinderverkrachter, dan kan ook op andere momenten uitzonderingen in het leven geroepen worden en hebben we geen (rechts-)zekerheid meer.

Advocaten
hebben niet enkel de taak maar ook de plicht om ervoor te zorgen dat de zekerheid die het recht aanbiedt, gerespecteerd wordt, ,maakt niet uit wie zij verdedigen. Ze treden vanuit hun eigen onafhankelijkheid en onpartijdigheid op als tegenspreker van de macht en staan op die manier ook mee garant voor een onpartijdige en onafhankelijke magistratuur. Hoewel een advocaat enkel de persoonlijke belangen van zijn cliënt moet verdedigen, verdedigt hij zo ook dit groter idee.

Een advocaat is dus onafhankelijk ten opzichte van politici, overheden en magistraten. Die onafhankelijkheid is er omdat er een aantal (uitzonderlijke) rechten zijn waarvan de advocaat gebruik kan maken als die zijn job doet. Een advocaat behartigt de belangen van zijn cliënt en moet dus partijdig zijn. Daarnaast is de advocaat ook onafhankelijk ten opzichte van zijn eigen cliënt. Dat is dan weer een zekerheid voor de overheid. Als een advocaat zijn plicht tot onafhankelijkheid in gevaar brengt, is die daarop immers tuchtrechtelijk aanspreekbaar. De advocaat is dus beperkt door bepaalde deontologische en tuchtrechtelijke regels. Meer zelfs, er zijn weinig beroepen waarbij de beroepsbeoefenaars voortdurend en van zo nabij worden opgevolgd en beoordeeld.

De taak van de advocaat moet dus begrepen worden binnen het kader van de rechtstaat. Hoewel de verdediging die de advocaat voert niet altijd lijkt te stroken met het rechtvaardigheidsgevoel van de burger, streeft de advocaat wel degelijk enkel maar rechtvaardigheid en een correcte toepassing van de wet voor zijn cliënt na. De advocaat is toch de belangrijkste actor om de gelijke toegang tot het recht en het recht op een eerlijk proces te garanderen. Hij dwingt justitie bovendien tot zorgvuldig omgaan met fouten, zodat onze grondrechten niet worden geschonden en zodat procedurefouten die een mogelijke impact kunnen hebben op de uitkomst worden beperkt.