Ga verder naar de inhoud
3/03/23
Peter Callens

"Eenvoudiger, meer rechtvaardig en meer neutraal? Moet daarom de rechtsbijstandverzekering op de schop?"

In deze rubriek reflecteert onze voorzitter over de actualiteit. U leest hem elke twee weken. Ontdek waarover hij het vandaag met u wil hebben.

Een dagblad dat niet bekend staat voor zijn uitzinnige humor is het Belgisch Staatsblad. Dat blad publiceerde in zijn niettemin onvolprezen editie van 8 mei 2019 de wet van 22 april 2019 ‘tot het toegankelijker maken van de rechtsbijstandverzekering’. Die wet voerde een belastingvermindering in voor wie een nieuwbakken rechtsbijstandverzekering afsluit.

De wet heeft in het gemoed van wie toen actief was in de Orde diepe voren geploegd. De lange beraadslagingen over wat die wet nu wel of niet hoorde te doen, voornamelijk rond de nomenclatuur van de prestaties en de honoraria die in aanmerking kwamen voor verzekeringsdekking, behoren tot de onuitwisbare wapenfeiten van wie bij de voorbereidende besprekingen betrokken was. Of bij het gesteggel daarover en de altercaties op een achtergrond van geween en tandengeknars. Niet iedereen kijkt met evenveel nostalgie terug naar die periode.

Toenmalig minister van Justitie Koen Geens was de grote pleitbezorger van de wet, die op 1 september 2019 in werking trad. De polissen moesten voortaan een breed aantal risico’s dekken: aansprakelijkheid, strafrecht, fiscaal recht, administratief recht, arbeidsrecht, contracten- en consumentenrecht inclusief bouwgeschillen, erfrecht-, schenkingen- en testamentenrecht, echtscheiding en familierecht. Vooral de dekking van geschillen in bouwzaken en bij echtscheidingen kreeg uitvergrote bijval. Temeer omdat die geschillen voorkomen bij personen die het omwille van de geschilsituatie financieel niet breed hebben. Dan een verzekering hebben voor advocatenkosten biedt soelaas.

De insteek van de wet heeft iets geniaals. Zij verbetert de toegang tot het gerecht, door een reductie van de kost voor de rechtzoekende verzekeringnemer. Zij creëert tegelijk voor die laatste een belastingvoordeel. Dat voordeel leidt weliswaar tot lagere belastinginkomsten, maar dat euvel wordt ingeval van succes van de polis ruimschoots gecompenseerd door hogere belastingopbrengsten dank zij de verhoogde inkomsten van advocaten en verzekeringsmaatschappijen. Tegelijk biedt het stelsel een buffer tegen het optrekken van de inkomstengrenzen voor toegang tot de tweedelijnsbijstand, zodat er voor de overheid een minderuitgave in het verschiet ligt. Het is een archetypische win-win: voor de overheid, voor de rechtzoekende, voor de verzekeringssector en voor de advocatuur.

En inderdaad, in Het Laatste Nieuws van 22 juli 2017 liet minister Geens – toen al – optekenen: “Mensen uit de middenklasse die niet in aanmerking komen voor een pro-Deoadvocaat, maar toch niet over voldoende financiële middelen beschikken om procedures te betalen, zijn bij deze verzekering zeker gebaat.” Hij voegde eraan toe: "Veel mensen met problemen durven niet naar een advocaat te stappen omdat ze denken dat ze hem niet zullen kunnen betalen. Ik wil daar verandering in brengen door de rechtsbijstandverzekering fiscaal aftrekbaar te maken. Vanaf 2018 wordt dat mogelijk."

Rechtsbijstandverzekeringen genoten al van een vrijstelling van premietaks, maar dat was onvoldoende om de aantrekkelijkheid van de polis te verhogen. De memorie van toelichting zet uiteen dat de indieners van het wetsvoorstel daarom beoogden om die vrijstelling te vervangen door een belastingvermindering voor de premies voor rechtsbijstandverzekeringen die zouden voldoen aan de voorwaarden van de wet inzake gedekte risico’s, minimale dekking en waarborg, en wachttermijnen.

Had de nieuwe polis het verhoopte succes? In zijn antwoord op een parlementaire vraag van volksvertegenwoordiger en confrater Olivier Vajda (Ecolo) van 15 september 2022 gaf minister van Justitie Vincent Van Quickenborne enkele cijfers. Die geven aan dat er in 2019 35.063 polissen voor de besproken rechtsbijstandverzekering van kracht waren. Dat aantal liep in 2020 op naar 67.910 polissen en in 2021 naar 106.893. Geen verwaarloosbare cijfers.

Waar moet het nu heen met die rechtsbijstandverzekering? Quo vadis, polis?
- Peter Callens, voorzitter


De mode om het beleid van een kabinet in een nieuwsoortige drievuldigheid te vatten heeft zich ook genesteld op het departement Financiën. Daar heet het dat het fiscale stelsel ‘eenvoudiger, meer rechtvaardig en meer neutraal’ moet worden. Dat is althans het motto volgens de brochure ‘Eerste fase van de bredere fiscale hervorming’ van minister van Financiën Vincent Van Peteghem.

Daarin schrijft de minister: “De belastingbrief is doorheen de jaren uitgegroeid tot een complex geheel met tal van koterijen. Vaak door fiscale uitgaven waar weinigen van genieten, maar die de belastingbrief voor iedereen ingewikkeld maken.”

U voelt het komen. De minister van Financiën schrijft het niet uitdrukkelijk, maar hardnekkige berichten uit zeer welingelichte bron bevestigen dat de belastingvermindering voor de rechtsbijstandverzekering… op de schop gaat, vier jaar na haar invoering. Die afschaffing past in de ‘vereenvoudiging’ van de belastingaangifte. Vereenvoudiging is het woord dat in fiscale newspeak gebruikt wordt om de intrekking van een belastingvoordeel aan te duiden.

Jammer voor wie een polis heeft en rekent op het fiscale voordeel. Jammer voor de energie die in het project gestoken is. Jammer ook voor de verzekeraars die polissen opgezegd zullen zien. En jammer voor de verhoogde drempel naar Justitie. Het was koterij, blijkbaar.

Maar misschien zijn mijn doorgaans welingelichte bronnen minder goed ingelicht dan gebruikelijk. Misschien is het een kwakkel. Hoop doet leven. Het Belgisch Staatsblad hoeft dan geen bron van humor te zijn, het moet ook geen bron van galgenhumor worden.

Met genegen groeten,

Peter Callens
Voorzitter Advocaat.be